HET EFFECT VAN PLUKKEN OP DE VACHT

Dit stukje is misschien verhelderend. Plukken verandert de oorspronkelijke vachtstructuur van een hond. Als er nooit geplukt wordt aan een ruw-haar, zijn hele leven niet, zal de vacht op eigen tempo mogen groeien.

 

Dat betekent dat alle haren:

·        hun maximaal bereikbare haarlengte mogen bereiken

·        hun rustfase volledig mogen doorstaan en dat ze pas vervangen worden als hun jonge broertje zich aandient

 

Zo'n volledige vachtgroeicyclus duurt veel langer dan wij doorgaans aannemen, reken gerust op een jaar of zelfs (veel) langer.

 

Omdat men een bepaald model en gewenste hardheid voor ogen heeft worden de haren vaak periodiek uitgetrokken. Men denkt vaak dat er dood haar verwijderd wordt om plaats te maken voor een nieuwe vacht. In werkelijkheid worden de haren vaak véél te vroeg uitgetrokken. In het gunstigste geval gebeurd dat in de rustfase (die dan nog lang niet ten einde is) maar helaas meestal nog in de groeifase…springlevend...

 

Het uittrekken van groeiend haar leidt tot schade aan de haarknop en ontstekinkjes in de

haarzakjes. Er komen meestal gewoon weer haren terug maar deze zijn veranderd van

structuur...dat is hoe men 'enigszins' ruw haar harder, ruwer, brosser manipuleert.

Met een simpele term ‘littekenhaar'.

 

Het haar groeit niet alleen in een andere structuur terug, de groeicyclus raakt erdoor versneld. En als men dit plukken periodiek blijft doen, vrijwel altijd nog in de groeifase wordt het elke volgende generatie harder (zoals vanwege het uiterlijk gewenst is) en groeit het steeds vlugger.

 

Het duidelijkst zie je dat bij de West Highland White Terriër. Volgens het standaard model wordt de nek en rug geplukt en blijft het rokje onder de borst en buik staan. Na verloop van tijd zijn de haren op de nek en de rug keihard, bros haar en is het rokje zachter en langer. Deze haren mogen daar hun genetisch bepaalde, maximale groeilengte bereiken voor ze (spontaan) uitvallen, dat kan best twee jaar duren. Ze hebben dus een verrassend lange groeicyclus.

 

Besluit men, nadat al die jaren de rug wel geplukt werd en het rokje niet, toch die langere rokharen uit te trekken dan merk je

1 dat het niet zo makkelijk loslaat als de vaker 'geplukte' vachtdelen op de rug

2 dat er na het plukken geen nieuwe harde haren overblijven

3 dat het lange rokhaar veel trager terug groeit in verhouding met de vacht op de rug

4 dat het zachter van structuur terug groeit in verhouding met de vacht op de rug.

Het duurt nog jaren voor rug- en buikhaar even ruig zullen zijn en ze hetzelfde

groeitempo hebben.

 

 

Vergelijk zo’n Westie eens met zijn neefje de Cairnterriër bij wie vanaf de eerste trimbeurt de flanken glad geplukt worden. Het is duidelijk wat plukken verandert aan de oorspronkelijke vachtstructuur.

Bron: Jet Bijen - Veldhoen - Vachtspecialist Praktijk voor Huid en Vacht